Header afbeelding
Gezondheidscentrum HuisDokZuid
1e Wormenseweg 330 7333 GZ
Apeldoorn

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

daratumumab

Daratumumab remt de groei van kankercellen.

Artsen schrijven het voor bij kanker van het beenmerg (de ziekte van Kahler).

Wat doet daratumumab en waarbij gebruik ik het?

Kanker

De ziekte van Kahler (multipel myeloom) is een kanker van het beenmerg. In het beenmerg worden de bloedcellen aangemaakt en aan het bloed afgegeven. Bij de ziekte van Kahler vermeerderen bloedcellen uit het beenmerg zich zomaar, waardoor ze de aanmaak van andere, gezonde, bloedcellen tegenwerken. Een tekort aan deze gezonde bloedcellen zorgt voor een verminderde afweer tegen infecties, bloedarmoede en geeft meer kans op bloedingen. Ook nestelen deze kwaadaardige bloedcellen zich in de botten en beschadigen daar het botweefsel.

Verschijnselen
Klachten van mensen met de ziekte van Kahler zijn botpijn in rug, ribben, nek of bekken en botbreuken, heel erg moe zijn, bloedneus, bloedend tandvlees of blauwe plekken. Verder ontstaan door de verminderde afweer sneller infecties.

Behandeling
De behandeling hangt af van de plaats waar de kanker zit en het stadium van de ziekte. Het bestaat bijvoorbeeld uit chemotherapie (behandeling met medicijnen tegen kanker), bestraling, operatie of stamceltransplantatie. Verder is de behandeling erop gericht pijn, botontkalking, infecties en bloedarmoede te behandelen en te voorkomen.

Daratumumab kan alleen of in combinatie met andere medicijnen tegen kanker worden gebruikt. Dit hangt af of u eerder bent behandeld en of een stamceltransplantatie bij u mogelijk is.

Werking
Daratumumab remt de groei van kankercellen en vermindert het aantal daarvan. Hierdoor kan het beenmerg meer gezonde bloedcellen aanmaken en duurt het langer voor de kankercellen weer groeien.
 

Lees meer over kanker . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Dit medicijn werkt sterk op de celdeling van kankercellen, maar ook van gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan, bijvoorbeeld op plaatsen waar de cellen zich van nature snel delen. Dit zijn de slijmvliezen van mond, maag en darmen, de huid, de haren en het bloed.

Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het medicijn erger is dan de ziekte. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Ook worden de bijwerkingen na de behandeling steeds minder.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Longontsteking en ontsteking van uw luchtwegen. U kunt last hebben van hoesten en moeite met ademen.

  • Te weinig witte of rode bloedcellen en te weinig bloedplaatjes in uw bloed. U kunt last krijgen van erg moe zijn, een bleke huid, koorts, keelpijn en blaasjes in de mond, bloedneuzen of blauwe plekken. Uw arts zal uw bloed regelmatig laten controleren. Soms moet u tijdelijk met de behandeling stoppen tot het aantal bloedcellen weer voldoende is.

    • Door te weinig witte bloedcellen heeft uw een verminderde lichaamseigen afweer. U merkt dit aan vaker infecties, zoals verkoudheid, longontsteking, blaasontsteking of huidinfecties. Of aan keelpijn, koorts en blaren in de mond. Krijgt u koorts of verschijnselen van een infectie, zoals benauwdheid, kortademigheid en hoesten? Raadpleeg dan altijd meteen uw arts.
    • Te weinig rode bloedcellen merkt u aan extreme vermoeidheid en een bleke huid.
    • Te weinig bloedplaatjes merkt u aan bloedingen, zoals bloedneuzen, kleine rode vlekjes in de huid, snel blauwe plekken en bloed in de plas.
  • Griepachtige verschijnselen, zoals hoofdpijn, koorts en zich moe en zwak voelen. Zelden met koude rillingen.

  • Spierkrampen en rugpijn.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, overgeven, verminderde eetlust, diarree en verstopping.

  • Vocht vasthouden (oedeem). U merkt dit aan dikke voeten, enkels en vingers.

    Ook kunt u vocht vasthouden bij de longen. U merkt dat aan benauwdheid, moeite met ademen en hoesten. Verder kunt zwaarder worden. Doordat u vocht vasthoudt kunt u ook een verhoogde bloeddruk krijgen.

  • Heftige reactie op het infuus. De verschijnselen zijn bijvoorbeeld moeite met ademhalen, snelle hartslag, in de war zijn of blauwe lippen, tenen en vingers door te weinig zuurstof in uw bloed, verstopte neus, hoesten, koude rillingen, zere keel, misselijk zijn en overgeven. Verder oogproblemen, zoals slechter zien van veraf (myopie), vochtophoping in het oog, wazig zien en verhoogde oogboldruk (glaucoom)

    Deze infuusreacties komen het vaakst voor bij het eerste en tweede infuus. Bij volgende infusen worden de verschijnselen meestal minder. Als het gebeurt tijdens een infuus, moet uw arts of verpleegkundige het infuus direct stoppen. Bij een volgend infuus kan uw arts medicijnen voorschrijven om van tevoren te gebruiken, zodat u minder last heeft van deze klachten. Het gaat dan om de pijnstiller paracetamol, medicijnen tegen allergie en bijnierschorshormonen (corticosteroïden). Bij patiënten met longziekte schrijven artsen soms ook inhalatoren tegen benauwdheid voor.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Meer kans op infecties, zoals griep, blaasontsteking of infectie door uw hele lichaam.

  • Een tintelend, prikkelend of doof gevoel.

  • Een hartritmestoornis met een snelle, niet regelmatige hartslag (boezemfibrilleren).

  • Te veel suiker (glucose) in uw bloed. U merkt dit aan dorst, veel plassen en moe voelen.

    U kunt een te hoog bloedsuiker krijgen door dit medicijn. Heeft u suikerziekte (diabetes)? Controleer dan vaker uw bloedsuiker.  

  • Uitdroging

  • Flauwvallen

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Ontstoken lever (hepatitis). Bij plotselinge hevige pijn in bovenbuik, misselijkheid en een gele kleur van huid of oogwit moet u een arts waarschuwen.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan huiduitslag, jeuk of galbulten.

    Raadpleeg dan uw arts.

    Verder kunt u flauwvallen of een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel krijgen. U kunt hierbij erg benauwd worden. In zeer zeldzame gevallen ontstaat er een ernstige huidaandoening met blaren op de huid. Waarschuw in al deze gevallen direct een arts of ga naar de Eerstehulpdienst.

    Als u overgevoelig bent voor daratumumab mag u het niet meer gebruiken. Geef dit daarom aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik daratumumab gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

De belangrijkste wisselwerkingen met dit medicijn zijn de volgende.

  • Vaccins. Daratumumab kan ervoor zorgen dat sommige vaccins minder goed werken. Ook kan daratumumab de kans op bijwerkingen van deze vaccins verhogen. U mag deze vaccins niet gebruiken. Voorbeelden hiervan zijn bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin werken minder goed door. Overleg hierover met uw arts.
    Bij andere vaccins moet u soms een extra vaccinatie krijgen of moet uw bloed onderzocht worden om te kijken of het vaccin goed heeft gewerkt. Voorbeelden van deze vaccins zijn influenzavaccin, tetanusvaccin en vaccin tegen baarmoederhalskanker. Overleg hierover met uw arts.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt, maar ook of u bijvoorbeeld allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Dit medicijn heeft geen invloed op hoe goed u kunt autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van het maagdarmkanaal. Het vergroot daardoor de kans op bijwerkingen op de maag en darmen. Gebruik daarom liever geen alcohol tijdens de kuur en zolang u last heeft van uw maag en darmen.

alles eten?
U kunt alles eten wat uw maag verdraagt. Sommige soorten voedsel kunt u beter niet eten als u last heeft van uw maag. Meer adviezen bij maagklachten kunt u vinden bij Maagklachten.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of wilt worden. Er is een grote kans dat het aangeboren afwijkingen bij het kind veroorzaakt. Tijdens de chemokuur en tot 3 maanden daarna mag u niet zwanger worden. Bespreek met uw arts een betrouwbare anticonceptiemethode.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn moet gebruiken. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk komt. Als dit gebeurt, kan het ernstige bijwerkingen bij het kind veroorzaken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?

U krijgt dit medicijn via een infuus of via een injectie vlak onder uw huid. Dit medicijn wordt in het ziekenhuis of in de polikliniek gegeven door een gespecialiseerde verpleegkundige of arts.

Wanneer?

Per situatie is er een ander soort behandeling met een ander toedienschema. Uw arts bepaalt dit voor iedere patiënt apart.

Hoelang?

Een chemokuur met daratumumab bestaat uit periodes van 3 tot 6 weken, die een paar keer wordt herhaald. Hoe vaak dat is hangt af van het resultaat van de behandeling en uw persoonlijke situatie.